Home > Verhalen > Eindig je dag altijd met een positieve gedachte

Eindig je dag altijd met een positieve gedachte

Zijn hele leven werkte Willem Klok (72) met jongeren in allerlei omstandigheden. Gewone plattelandskinderen, jongeren met autisme of een leerachterstand, moeilijk opvoedbare kinderen – hij probeerde ze allemaal verder te brengen. Een positieve insteek bleek daarbij onmisbaar; volgens Willem is dit voor iedereen het startpunt voor geluk en succes in het leven.

 

“Tegen de jongeren die ik begeleidde, zei ik altijd: ‘Als je niks van je leven wilt maken, moet je vooral blijven doemdenken. Dan weet je zeker dat het niets wordt. Als je positief denkt, kom je het verst. Dus hoe moeilijk je dag ook was, eindig hem altijd met een positieve gedachte. Morgen is er weer een dag, dan krijg je een nieuwe kans om er wat van te maken. Heb wat geduld met jezelf, niet alles kan meteen. Relativeer kritiek en tegenslagen een beetje, neem niet alles zo zwaar op. Relax!

 

Het advies dat ik jongeren gaf, pas ik ook toe in mijn eigen leven. Positief zijn betekent niet dat je altijd maar aardig moet zijn; ik hoef niet door iedereen lief gevonden te worden. Ik vind het belangrijk om duidelijk te zijn over wat ik voel en vind. Als ouders vroeger onrealistische verwachtingen hadden van hun kind, dan zei ik dat. Vaak vonden ze dat achteraf juist fijn: eindelijk iemand die eerlijk zei waar het op stond. Maar ook als ik zelf tegenover een arts zit, benoem ik wat ik ervaar. Als hij steeds op zijn computerscherm kijkt in plaats van naar mij, dan zeg ik daar wat van. Als ik niet begrijp wat hij zegt, dan vraag ik hem om het beter uit te leggen. De ene mens is niet belangrijk dan de andere, omdat hij toevallig ergens veel verstand van heeft. Dat heb ik in mijn trainingen aan jongeren ook altijd benadrukt: laat je door niemand intimideren, we zijn allemaal even belangrijk.

 

Ook afgelopen jaar, toen mijn vrouw Ineke ziek was, bleef ik positief en assertief. Veertien maanden lang zaten we om de haverklap in het ziekenhuis, zonder te weten wat ze mankeerde. Ze lag veel in bed, we kwamen bijna nergens meer – ook door corona natuurlijk. Soms wandelden we samen een klein stukje op, zij aan mijn arm, maar dat was het dan ook. Toch zei ik elke dag tegen haar: morgen gaat het vast beter. Ik had er een hekel aan als mensen tijdens een ziekenbezoek met oordelen of adviezen kwamen: ‘Je bent ook zo gestrest; misschien is het dit of dat’. Daar heb je toch niks aan? Dat zei ik dan ook rustig tegen ze: ‘Zeg gewoon dat je blij bent om er te zijn, wees opbeurend en vertrek weer.’

 

Nu gaat het gelukkig beter met Ineke. Hoewel ik in haar zieke periode bijna het hele huishouden deed, ben ik er juist rustiger door geworden. Ik ben ook gewoon blijven fitnessen; niet omdat het moest, maar omdat ik het wilde. Ik zie er graag nog een beetje aardig uit, dus zorg ik goed voor mijn lichaam. Zo’n buikje dat over je broek hangt, verschrikkelijk vind ik dat. Meestal ga ik om 7 uur ’s morgens al naar de sportschool, ik hou van de rust die er dan nog hangt. Ineke heeft de neiging meteen weer in actie te komen voor anderen, nu ze zich beter voelt. Dat hou ik goed in de gaten. ‘Ik moet niks en jij ook niet’, zeg ik dan. Aan jezelf denken is niet egoïstisch, ontspanning is juist heel belangrijk als je gezond ouder wilt worden. Zo zie ik dat.”