Home > Verhalen > Ik voel me trots als we samen het verschil voor mensen maken

Ik voel me trots als we samen het verschil voor mensen maken

Joren van Druenen

Als klein jochie stond Joren van Druenen (27) al met grote ogen te kijken, als de grote, rode brandweerauto door het dorp reed. Drie jaar geleden kwam zijn jongensdroom uit: hij werd lid van de vrijwillige brandweer in Berlicum: “Je moet behoorlijk fit zijn voor dit werk, want je moet kunnen pieken onder zware omstandigheden.”

 

“Ik weet nog goed dat er in 2007 brand was bij Tibosch Keukens in Berlicum. Ik was 11 en zag de hulpdiensten vanaf het schoolplein met loeiende sirenes en zwaailichten voorbij scheuren. Het maakte grote indruk, ik voelde de adrenaline stromen. Maar de politiewagens en ambulances konden niet op tegen de rode brandweerauto. Ik keek op tegen de brandweermannen, want zij durfden iets wat niemand durfde: als iedereen wegrende van de brand, gingen zij er juist op af om mensen te redden. Zo dapper wilde ik later ook wel worden.

Die fascinatie voor de brandweer is altijd gebleven. Drie jaar geleden besloot ik daarom te solliciteren bij de brandweer in Berlicum, ik wist dat ze vrijwilligers zochten. Er volgden wat gesprekken met de postcommandant en andere mensen van de vereniging. Ze wilden weten of ik paste bij de post en vroegen me naar mijn beschikbaarheid: je moet overdag zo’n 50% van de week in Berlicum zijn. Dat zat bij mij wel goed, dus mocht ik door naar de fysieke test. Die bestond uit allerlei praktische opdrachten: snel in en uit het voertuig stappen met je pak, helm en zuurstofmasker op. Slangen afrollen, deuren openen, plafonds slopen, onder dingen door kruipen en eroverheen klimmen, met poppen slepen. Maar het zwaarst was de stairmaster test: volledig uitgerust plús 20 kilo extra bagage in één minuut zoveel mogelijk traptreden op rennen. Bij een echte brand stap je namelijk een soort van oven in; door de hitte kun je moeilijker ademen. Hoe lager je hartslag, hoe minder zuurstof je verbruikt. Gelukkig hoef je maar kort te pieken, want je hebt zuurstof voor 20 minuten. Daarna moet je terug naar buiten. 100 treden was de ondergrens voor de test, omdat ik al veel sportte haalde ik dat zonder extra training.

Daarna mocht ik starten met de opleiding. Die duurde 2 jaar. Aan de hand van foto’s en verhalen bespraken we heftige praktijksituaties, we oefenden met rook en vuur, en met het bevrijden van slachtoffers. Ook leerde ik alles over de vaste procedures die horen bij dit werk. Zo heeft iedereen in de brandweerauto en vaste plek en vaste taken. En bij een brand ga je altijd in vaste koppels naar binnen; je gaat nooit alleen. Door dit elke maandagavond met elkaar te oefenen, ben je in staat automatisch te handelen als het echt nodig is. Samen maken we het verschil voor mensen. We vertrouwen blindelings op elkaar, er heerst een sterk gevoel van kameraadschap: we rukken uit met zijn allen en komen terug met zijn allen. Voor grote ego’s is geen plek bij de brandweer. Zo waren wij als eerste ter plaatse bij een grote brand in Den Dungen. Ook de brandweer uit Den Bosch kwam eropaf, maar ondanks dat zij beroeps zijn en wij vrijwilligers, luisterden zij naar de bevelvoerder. Wie het eerst ter plaatse is, heeft de leiding. Dat is de regel.

Het is fijn om na afloop van een uitruk samen wat te drinken in de kazerne. Dat haalt de druk eraf, de adrenaline moet echt even zakken. Brand kunnen we niet voorkomen, slachtoffers vaak wel. Ik heb gelukkig nog geen mensen zien sterven, maar ik realiseer me door dit werk wel extra goed hoe snel het leven voorbij kan zijn. Ik zal dan ook nooit mijn telefoon pakken als ik in de auto zit, ik weet hoe kwetsbaar ik ben.

Wat het nog mooier maakt, is dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken. Als adviseur brandveiligheid bij de Veiligheidsregio maak ik Nederland veiliger; zo geef ik voorlichting en controleer ik gebouwen. Soms zie ik op een basisschool een klein ventje naar me kijken met dezelfde bewondering als ik vroeger voor de brandweer had. Dat vind ik heel leuk, ik ben nu de man waar ik vroeger van droomde. ‘Doe goed je best op school’, zeg ik dan, ‘als je het echt wilt, kun jij ook bij de brandweer komen.’ Dat geldt trouwens ook voor volwassenen, zelfs als je 50 en fit bent, ben je welkom. Kom gewoon een keer praten, wat heb je te verliezen?”