Home > Verhalen > Ik richt mij altijd op wat wél kan

Ik richt mij altijd op wat wél kan

Zelf dacht Elske van de Klok-Schoenmakers (40) lange tijd dat het allemaal best meeviel met haar klachten. Maar na anderhalf jaar tobben met allerlei vage aandoeningen, was het ook voor haar duidelijk dat er iets goed mis was. Ze bleek de ziekte van Lyme te hebben. De oude zal ze nooit meer worden, maar Elske richt zich liever op wat ze nog wél kan.

“Ik was 24 en net aan een master Psychologie begonnen, toen ik de eerste vage klachten kreeg. Moe, weinig eetlust, overgeven, afvallen. Het werd steeds erger; uiteindelijk hield ik niet eens meer water binnen, terwijl ik altijd een sterke maag had. Na enkele maanden belandde ik ernstig verzwakt in het ziekenhuis. Ik werd helemaal doorgelicht, maar er werd niets gevonden. Ik begon toch aan mijn stage, maar moest uiteindelijk met mijn studie stoppen omdat het gewoon niet ging. Zo sukkelde ik nog een jaar door. Ik raakte ook steeds meer in mezelf gekeerd, mijn emoties vlakten af en het was moeilijk om écht contact met me te krijgen. Ik heb ook weinig levendige herinneringen aan die periode. Zelfs toen mijn schoonvader ernstig ziek werd, is dat min of meer langs me heengegaan. Mijn vriend – inmiddels mijn man – en ouders maakten zich ernstige zorgen, maar zelf dacht ik toch lange tijd dat het allemaal wel meeviel. Totdat ik vrij plotseling moeite kreeg met lopen en mijn evenwicht. Ik moest telkens wat vasthouden – muren, stoelen, leuningen – om niet te vallen. Toen pas besefte ik ook dat er iets goed mis was.

Ik kwam opnieuw terecht in het ziekenhuis, waar een MRI-scan van mijn hersenen werd gemaakt. Ik was bang voor een tumor, de arts dacht aan MS. Dat was het gelukkig allebei niet: ik bleek de ziekte van Lyme te hebben. Geen idee waar ik dat had opgelopen, ik heb nooit een tekenbeet opgemerkt en daar was ik altijd heel alert op. Ik kreeg een stevige antibioticakuur en bleef ruim twee weken in het ziekenhuis. Daar lag ik dan, tussen voornamelijk ouderen die herstelden van een herseninfarct. Ik ontmoette er ook een meisje van 17 met een hersentumor, zij is later overleden. Dat heeft diepe indruk op me gemaakt.

Na de kuur voelde ik me stukken beter. Alsof er al die tijd een mist in mijn hoofd had gezeten die nu optrok. Hoewel de bacterie die de ziekte veroorzaakte, was verdwenen, had hij wel onherstelbare schade aangericht. Ik revalideerde twee jaar in de Tolbrug, waar ik er twee keer per week alles aan deed om zoveel mogelijk te herwinnen. Dat is goed gelukt: ik kwam er binnen met een rollator en ging fietsend naar huis. Echt moeilijke momenten heb ik eigenlijk weinig gehad. Ik weet nog dat ik een keer moest huilen tijdens een balletvoorstelling, omdat ik zelf niet meer kan dansen zoals vroeger. Daarvoor heb ik te weinig controle over mijn benen. En toen ik in de sportschool tijdens een les BodyBalance niet één oefening zonder aanpassingen kon meedoen, vond ik dat ook heel confronterend. Maar ik ben nooit blijven hangen in dat gevoel, ik bleef gewoon zoeken naar wat nog wél kan.

Ik heb niet het idee dat mijn leven enorm is veranderd door mijn ziekte, het is eerder aangepast – maar ook in positieve zin. Vroeger was ik helemaal niet sportief, nu is bewegen onderdeel van mijn leven. Als ik twee keer per week sport, struikel ik minder en gaat traplopen soepeler. Ook tijdens de lockdowns ben ik blijven sporten. Als het niet binnen mag, dan gaan we toch naar buiten? Ik vond die buitenlessen een perfecte oplossing. Ik heb door mijn ziekte ook ontdekt dat ik veerkrachtig genoeg ben om nare dingen te boven te komen. Er is altijd een weg te vinden in wat je overkomt. Ik geniet ook heel bewust van mooie momenten, bijvoorbeeld als ik met kerst met mijn hele familie aan tafel zit. Misschien ben ik soms wel iets té positief; ik vind altijd dat het goed met me gaat, ook als ik even niet zo lekker in mijn vel zit. Dan ga ik aan mijn echte gevoel voorbij, dat is de schaduwkant van mijn optimisme. Ach, dat is dan maar zo. Liever te positief dan te negatief. Ik kan er helemaal niet tegen als mensen de hele tijd aan het zeuren zijn. Het leven heeft zoveel moois te bieden.”